ZOEKEN

Reactie staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker op groeiprognoses Europese Commissie

De Europese Commissie publiceerde vanochtend haar lentevooruitzichten. Daaruit blijkt dat de verwachtingen voor de Belgische overheidsfinanciën weinig bemoedigend zijn. De cijfers tonen volgens Staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker opnieuw het belang aan van de geplande begrotingsinspanningen en structurele hervormingen.  

Na het snelle en sterke herstel van onze economie in 2021, met een groei van 6,2%, verwacht de Europese Commissie een vertraging van onze groei. In 2022 zou die teruglopen tot 2% en in 2023 zelfs tot 1,8%. De Europese Commissie deed een neerwaartse herziening van de economische groeivooruitzichten omwille van de oorlog in Oekraïne. Tegelijk blijven de prestaties van de arbeidsmarkt wel sterk, met een verdere verwachte daling van de werkloosheid. 

Daarnaast wijst de Europese Commissie er voor de overheidsfinanciën op dat de maatregelen om de stijging van de energieprijzen af te remmen, ervoor zorgen dat het begrotingstekort oploopt tot 5% bbp. Maar ook voor 2023, waar het effect van deze tijdelijke maatregelen wegvallen, verwacht ze een tekort van 4,4% bbp. In het ingediende stabilititeitsprogramma werd nog uitgegaan van een tekort van 5,2% in 2022 en 3,6% bbp in 2023, daar zit wel nog een bijkomende budgettaire inspanning in verrekend van 0,3% bbp. Globaal genomen verwacht de EC dat de overheidsschuld in deze periode zou stabiliseren rond de 108% bbp. 

Deze weinig rooskleurige vooruitzichten bevestigen volgens de staatssecretaris voor Begroting, Eva De Bleeker, de verwachting dat de begrotingstekorten in België sneller zullen oplopen wanneer er geen inspanningen worden gedaan. Dat komt onder andere door de kosten van de vergrijzing.  

De cijfers bevestigen volgens De Bleeker dat de regering moet vasthouden aan de geplande budgettaire inspanningen. Bij elke begrotingsopmaak moet er bovendien gekeken worden of er grotere budgettaire inspanningen mogelijk zijn. Daarnaast zegt De Bleeker dat de regering vooral behoedzaam dient te zijn met de financiering van nieuwe initiatieven die niet in het regeerakkoord staan. 

Tot slot moet er vooral werk gemaakt worden van de voorziene hervormingen van de arbeidsmarkt, pensioenen en fiscaliteit, voornamelijk met het oog op het meer lonend maken van werken. De sterke prestaties van de arbeidsmarkt en het hoge aantal vacatures in ons land laten zien dat daar nog steeds grote stappen voorwaarts mogelijk zijn. Die stappen nemen, maakt ons land op lange termijn sterker en gezonder.