Het rapport van de vergrijzingscommissie toont aan dat de structurele uitdaging op vlak van de vergrijzingskosten gigantisch groot blijft. Volgens Staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker toont dit aan waarom de houdbaarheid van ons systeem centraal hoort te staan bij hervormingen van ons pensioensysteem. Alleen zo kan men zekerheid aan de burger bieden.
De studiecommissie voor de vergrijzing, ook bekend als de vergrijzingscommissie, kwam vandaag met haar nieuw jaarlijks rapport. Volgens de studiecommissie bedroegen alle sociale uitgaven samen 24,5% van het BBP in 2019 en zullen die stijgen naar 29,7% van het BBP in 2049. Alleen de pensioenskost al zal stijgen van 10,5% in 2019 naar 13,5% in 2049. De vergrijzingscommissie noemt de vergrijzingskosten op haar persconferentie dan ook onveranderd hoog en stelt dat dat de nood aan een passend beleidsantwoord eveneens onveranderd hoog blijft. De vergrijzingscommissie drukte dan ook haar hoop uit dat er een brede pensioenhervorming komt die betaalbaarheid van het pensioensysteem centraal zet. De vergrijzingscommissie waarschuwt er op zijn persconferentie ook voor dat de overheidsfinanciën vandaag geen toekomstige schokken kan opvangen en maant de regering aan tot actie.
Volgens De Bleeker betekent de omvang van de uitdaging dat er meerdere en opeenvolgende hervormingen van de pensioenen nodig zullen zijn om de houdbaarheid van onze pensioenen te garanderen. Bijna een derde van wat er in onze economie verdiend wordt, zal moeten aangeslagen worden om enkel de sociale uitgaven in kader van de vergrijzing te betalen. Dit percentage staat los van de andere sociale uitgaven, de primaire uitgaven van de federale overheid en de uitgaven van de andere overheden. De komende 5 jaar alleen al zal de pensioenkost oplopen tot ongeveer 15 miljard euro extra uitgaven per jaar.
De Bleeker ziet daarnaast in het rapport van een bevestiging van haar eerdere pleidooien voor diepgaande hervormingen van de arbeidsmarkt. De vergrijzingscommissie voorziet dat de werkgelegenheidsgraad in 2030 op 74,6% van de beroepsactieve bevolking zal liggen. Dat betekent dat de regering nog extra arbeidsmarkthervormingen zal moeten doorvoeren om haar ambitie van 80% te halen.
De Bleeker: “Het rapport van de vergrijzingscommissie laat zien dat die structurele uitdaging van de vergrijzingskosten gigantisch groot blijft. Het is om die reden dat de houdbaarheid van ons pensioenssysteem hoort centraal te staan. Als we mensen, die heel hun leven gewerkt hebben of nog een heel leven gaan moeten werken, een pensioen beloven, dan zijn we het hen verschuldigd om ook te zeggen hoe we dat gaan betalen. We zullen daarvoor niet alleen de pensioenen moeten blijven hervormen maar eveneens de arbeidsmarkt. Alleen zo kunnen we onze burgers de zekerheid bieden die ze verdienen.”