ZOEKEN

Laten we onrealistische partijvoorstellen inruilen voor berekend beleid

De politiek heeft dringend nood aan een langetermijnvisie. De gevolgen van verschillende beleidsopties objectief berekenen kan helpen moeilijke knopen door te hakken.

Het begrotingstekort staat met 30 miljard euro op 5 procent van het bruto binnenland product (bbp), berekende het Planbureau onlangs. Dat heeft ook een negatief effect op de staatsschuld, die tegen 2028 liefst 119 procent van het bbp zal bedragen. De rentelasten zouden meer dan verdubbelen, tot 18 miljard euro in 2028. Zo worden de schulden die we aangaan almaar duurder. Daardoor is er de komende jaren weinig ruimte voor nieuw beleid, terwijl ons land met een hoge inactiviteitsgraad, een fragiele concurrentiepositie en een torenhoge belastingdruk kampt.

Om onze welvaart te vrijwaren zijn hervormingen op de lange termijn nodig. Zo komt geld vrij voor de aanpak van structurele problemen: de wachtlijsten in de zorgsector inperken, de kwaliteit van het onderwijs verhogen, de achterstand bij justitie verkleinen of kansarmoede reduceren.

Sommige van die hervormingen hebben op de korte termijn verliezers: mensen zien voordelen verkleinen, overheidsdiensten krimpen in, bedrijven verliezen subsidies, werknemers moeten langer werken voor een volledig pensioen, ambtenaren zien gunstregimes teruggedraaid. Dat zij zich tegen die hervormingen keren, is logisch. Maar ook de horizon van politici ligt al te vaak op de korte termijn. Uit angst kiezers tegen de borst te stuiten durven ze geen langetermijnbeslissingen te nemen. Door objectief te berekenen wat de gevolgen van de verschillende beleidsopties zijn, kunnen politici aan de kiezers uitleggen waarom beslissingen die op de korte termijn moeilijk zijn toch noodzakelijk zijn.

Tijdens de verkiezingscampagne van 2019 werd daartoe al een poging ondernomen. Het Planbureau berekende voor elke partij de kosten of opbrengsten van drie tot vijf beleidsprioriteiten. Dat was geen uitgebreide doorrekening van de volledige verkiezingsprogramma's, waardoor je die niet kon vergelijken.

Het Planbureau koppelde ook terug naar de partijen, die hun voorstellen nog konden bijsturen. Tijdens de regeringsonderhandeling hadden die berekeningen bijgevolg een zeer beperkt nut. Het ging niet om verschillende beleidsopties voor eenzelfde maatschappelijk probleem, maar om willekeurig gekozen plannen en beloftes waarmee politieke partijen dachten te scoren.

Waardevol Nederlands model

In Nederland pakken ze het anders aan. Aan het einde van de legislatuur onderzoeken alle ministeries er mogelijke hervormingen voor hun beleidsveld, inclusief verschillende opties per hervorming. Daarbij speelt de politieke (on)wenselijkheid geen rol.

De rapporten worden gepubliceerd en dienen als basis voor de verkiezingsprogramma’s. De keuzes die partijen op basis daarvan maken, bepalen de beslissingen die genomen worden tijdens de regeringsonderhandelingen. Dat resulteert in een objectief berekend regeerakkoord, waarin de efficiëntie van maatregelen, de beoogde doelen en de opbrengsten en kosten duidelijk zijn voor alle burgers.

Dat waardevolle model moeten we in België overnemen. De overheidsdiensten en departementen kunnen op basis van de huidige en toekomstige budgettaire en economische situaties hervormingsplannen opstellen. Partijen kunnen zich op die objectieve berekeningen baseren en kiezen wat hun voorkeur geniet. Gedaan met onrealistische voorstellen om stemmen te winnen dus.

Bovendien moeten we de impact van beleidskeuzes regelmatig beoordelen aan de hand van impact assessments en indien nodig maatregelen aanpassen om de beoogde doelen te bereiken.

Op die manier kunnen we de complexe maatschappelijke uitdagingen de baas. Zo zorgen we ervoor dat onze kinderen en kleinkinderen minstens dezelfde welvaart kennen als wij. Dat is uiteindelijk waar politiek om draait.