ZOEKEN

De Bleeker wil recht op reparatie versterken

Staatssecretaris voor Consumentenbescherming Eva De Bleeker wil dat consumenten effectief kunnen gebruik maken van hun recht op garantie, in het bijzonder door het herstellingen van toestellen te stimuleren. Ze wil daarom producenten verplichten om ofwel meer wisselstukken in stock te hebben ofwel de productie van wisselstukken door derden door bijvoorbeeld 3D printing mogelijk te maken. Ook moet het gemakkelijker worden om derden de reparaties te laten doen, wanneer de producent dat zelf niet tijdig kan doen. Dat zei de staatssecretaris vandaag tijdens een bezoek aan Servilux, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het herstellen van multimedia- en huishoudelektro. 

We kennen het allemaal. Een apparaat waar je best tevreden van bent, vertoont ineens een klein mankement. Bijvoorbeeld, het apparaat werkt eigenlijk nog prima maar er is toch iets kleins aan kapot gegaan. Of erger nog: een defect onderdeel verhindert dat je het apparaat nog optimaal kan gebruiken. Als het gebrek onder de wettelijke garantie valt, kan je als consument de kosteloze herstelling van het goed eisen van de verkoper. Bij die verkoper kan je echter verschillende boodschappen te horen krijgen: “Het wisselstuk in kwestie wordt niet meer geproduceerd” of “Dit gaat zeker maanden of zelfs jaren duren om de producent het te laten repareren”. De garantiewet laat momenteel toe dat in dergelijke gevallen de verkoper de herstelling van het goed kan weigeren en in plaats daarvan een vervanging van het goed, of in bepaalde gevallen, een prijsvermindering of ontbinding van het contract kan voorstellen.  Ook bij gebreken die niet (meer) onder de wettelijke garantie vallen, kan de consument hiermee geconfronteerd worden.  Dat is vaak niet alleen een heel duur verdict, het is ook nog eens een slechte zaak voor het milieu. Je bent dan in feite verplicht om een volledig nieuw toestel te kopen, wat je wellicht heel wat gaat kosten. Bovendien moet het volledige huidige toestel afgebroken en gerecycleerd worden.  

Uit een enquête van de Europese Commissie blijkt dat 77% van de consumenten liever hun product wil laten repareren ipv een nieuw toestel te willen aankopen. Consumenten zijn steeds vaker bereid om duurzamere keuzes te maken (en dus te kiezen voor een herstelling) maar zien zich genoodzaakt om hun product te vervangen of weg te gooien vanwege de reparatiekosten en het gebrek aan hersteldiensten. Dat weet ook herstelbedrijf Servilux, dat gespecialiseerd is in het herstellen van multimedia en huishoudelektro. Servilux kreeg vandaag Staatssecretaris voor Consumentenbescherming Eva De Bleeker over de vloer. Die kwam luisteren naar de praktische problemen waar consumenten en herstellers op stoten.  

Een van die problemen is inderdaad dat er vaak geen wisselstukken voorhanden zijn en er heel lang en soms zelfs zinloos gewacht moet worden op producenten. Een ander probleem is dat herstellingen door de producent lang op zich laten wachten. Ook wanneer een consument zijn product wil laten herstellen door een derde partij, zoals bijvoorbeeld Servilux, wordt deze derde partij al te vaak geconfronteerd met belemmeringen vanwege de producent of de verkoper.  

Volgens staatssecretaris De Bleeker moeten deze problemen dringend worden aangepakt. Voor haar is het cruciaal dat consumenten hun producten kunnen laten herstellen en dat ze bij de aankoop van het product ook weten wat de verwachte levensduur is én hoe repareerbaar een product is. Op die manier kunnen consumenten hun rol spelen in de verduurzaming van onze economie. Want, producten met een langere levensduur zijn goed voor milieu en klimaat.  

Om die reden voerde staatssecretaris De Bleeker de strijd tegen greenwashing al op. Er kwam een apart meldingsknop bij het meldpunt van de FOD Economie voor consumenten om klacht in te dienen tegen verkopers of producenten die hun producten duurzamer voorstellen dan ze werkelijk zijn. Recent heeft de Staatssecretaris ook samen met de Economische Inspectie richtlijnen gepubliceerd die ondernemingen kunnen gebruiken om misleidende milieuclaims te voorkomen. Ook worden er op EU niveau initiatieven inzake vroegtijdige veroudering voorbereid.  

Het sluitstuk van dit beleid moet voor De Bleeker een écht recht op reparatie zijn. Om te voorkomen dat dit recht wordt uitgehold ondersteunt De Bleeker de voorstellen die het Europees Parlement daarvoor al heeft gedaan. Zo pleit ze ervoor dat producenten verplicht worden om ofwel zelf voldoende wisselstukken in stock te hebben ofwel het mogelijk maken voor derden deze wisselstukken te maken. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door het ontwerp te delen zodat dit kan gereproduceerd worden op een 3D printer. Een gelijkaardige keuze wil ze introduceren op het vlak van de herstelling zelf. Indien een producent een reparatie niet of niet tijdig kan voltooien, moet die producent ook toelaten dat derden dit uitvoeren, ook wanneer het product nog onder de garantie valt. Het moet zo zijn dat de consument tijdens de garantie een product gratis kan laten herstellen, eerder dan dat het product sowieso wordt vervangen ook al is het nog te herstellen. 

De Bleeker staat hiervoor ook in contact met Eurocommissaris Didier Reynders, die initiatieven aan het verzamelen is om onder meer het recht op reparatie te versterken en de strijd tegen geplande veroudering op te voeren. In het najaar komt de Europese Commissie met een voorstel aan de lidstaten. Op dat moment kunnen lidstaten suggesties doen en zal De Bleeker haar voorstellen overmaken. 

Staatssecretaris De Bleeker: “Te veel apparaten die eigenlijk nog quasi perfect deugen, belanden vandaag op de vuilnisbelt. Dat is enorm zonde. Te vaak moet een consument dus een nieuw product kopen, terwijl het oude eigenlijk gemakkelijk te herstellen had moeten zijn. We kunnen écht niet zo verder doen. We zijn met steeds meer, onze grondstoffen worden steeds schaarser, de energie om iets te produceren steeds duurder en wereldwijd transport kost alsmaar meer en neemt meer tijd in beslag. Als we én ons klimaat willen redden én betaalbare producten willen, dan moeten we bewuster omgaan met al die zaken. Dat betekent de levensduur van producten opkrikken. En dat kan alleen maar als we ook ervoor zorgen dat consumenten een echt recht op reparatie hebben.” 

“Economische groei en duurzaamheid gaan hand in hand. Het zijn immers zaken die noodzakelijk, maar ook complementair zijn”, zegt Johann Leten, gedelegeerd bestuurder van Voka – KvK Limburg. “Consumenten geven aan dat ze voor duurzame producten willen kiezen. Ook onze Limburgse bedrijven willen steeds vaker die ecologische kaart trekken. Duurzaamheid moet betaalbaar zijn, dus zo worden zij ook aangezet tot meer innovatie. Het afgelopen jaar registreerden wij meer dan 300 begeleidingen in duurzaam ondernemen, onder meer bij het behalen van het Voka Charter Duurzaam Ondernemen. Via dit charter helpen wij ondernemingen bij het opstellen van een actieplan voor het verduurzamen van hun interne en externe bedrijfsvoering, via acties gelinkt aan de 17 duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Samen met Limburgse stakeholders zoals POM Limburg trekken we ook aan de kar voor een duurzaam afvalbeheer in kader van het Europese project “From Waste 2 Profit”. Bedrijven die duurzaam ondernemen maken bovendien op economisch vlak daadwerkelijk een groot verschil in het belang van onze welvaart en het welzijn van stakeholders.”