In Cuba is het binnenkort toegelaten om een KMO op te richten. Wat in onze liberale democratie een basisrecht is, wordt bij wijze van privilege toegekend door het communistische regime onder druk van de aanhoudende protesten. Sinds juli wordt er namelijk in verschillende Cubaanse steden gemanifesteerd voor meer economische vrijheid. Het doorzettingsvermogen van het Cubaanse volk wordt beloond.
De strijd is echter nog lang niet voorbij. Want ondanks verschillende liberaliseringen het voorbije jaar, blijft Cuba een onvrije samenleving waar persvrijheid, vrijheid van onderwijs en burgerlijke en politieke rechten holle woorden zijn.
Ik hoop daarom dat de stapsgewijze economische liberalisering een katalysator kan zijn in de strijd voor vrijheid en democratie en de communistische dictatuur kan breken.
Deze heeft al lang genoeg geduurd. In weerwil van wat saloncommunisten beweren, is het Cubaans experiment van de Castro’s en andere communistische kleptocraten een mislukking geweest waarvan de gewone Cubanen het grootste slachtoffer zijn geweest.
De riedel dat Castro zijn volk leerde lezen, hen betere volksgezondheid en voedselzekerheid gaf, klopt gewoon niet. Nog voor de revolutie was de geletterdheid in Cuba namelijk al bij de hoogste in Latijns-Amerika. Net zoals in Costa Rica en Chili was ongeveer 80% van de bevolking geletterd in de jaren 50. Vandaag ligt dit in deze drie landen tegen de 100%, met dat verschil dat in Cuba onderbetaalde leerkrachten lesgeven in gebouwen die op instorten staan. Vele andere Latijns-Amerikaanse landen maakten tijdens deze periode zelfs grotere sprongen.
Een gelijkaardig of zelfs pessimistischer beeld krijg je wanneer je kijkt naar levensverwachting. Die was quasi het hoogst in Latijns-Amerika op het moment van de revolutie. Cubanen leefden langer dan bijvoorbeeld Costa Ricanen, Chilenen en Mexicanen. Vandaag is het in de meeste van die landen net andersom, tenzij je de cijfers van de communistische waarheidsbureau’s moet geloven. Die laatsten werden echter al beschuldigd van het verzwijgen van kindersterfte en het overdrijven van levensduur van de Cubanen.
De vaak geroemde gezondheidszorg lijkt niet meer dan een façade te zijn. Enkele jaren geleden doken er verhalen op over ziekenhuizen die letterlijk uit elkaar vallen, en over patiënten die zelf kussens en medicijnen moeten voorzien. Ook de honger nam toe onder Castro. In zo’n mate zelfs dat professor Hans Rosling zich in de jaren 90 genoodzaakt zag om de Cubaanse dictator te waarschuwen voor een aanhoudend proteïnetekort. De overheid rantsoeneerde vlees en ouders offerden vaak hun portie op voor hun kinderen.
Extreemlinkse intellectuelen zijn er vaak als de kippen bij om externe oorzaken in te roepen waarom communistische experimenten altijd faliekant aflopen. Ofwel was het zogezegd geen écht communisme ofwel werd het regime tegengewerkt en ondermijnd door buitenlandse imperialistische actoren. In het geval van Cuba wordt er dan gewezen naar de handelsembargo’s die de VS uitvaardigden tegen het regime. Op dat vlak moeten we ons de vraag stellen of embargo’s niet eerder de ideale zondebok zijn en zo dictators onbedoeld legitimeren.
Uiteraard hebben die embargo’s een impact maar ze zijn niet de hoofdreden waarom Cuba niet zo welvarend is als vergelijkbare landen. De echte oorzaak van de malaise moet het Cubaanse regime en bij uitbreiding alle communistische dictaturen bij zichzelf zoeken. Planeconomieën werken gewoon niet. Dat blijkt gewoon uit de cijfers. Elk land in de regio dat meer economische vrijheid kent, heeft een sterkere groei gezien in het bruto nationaal product per capita. Landen die de omgekeerde richting hebben gemaakt van communisme naar vrijemarkteconomie, zoals de Oostbloklanden, verdubbelden of verdrievoudigden zelfs hun BNP per capita, en dat op een veel kortere termijn.
Na de implosie van het Venezolaans sprookje en nu het uiteenspatten van Cubaanse communistische fata morgana wordt het nogmaals duidelijk dat communisme en centrale planning niet werkt. Overheden zijn niet alwetend. Ze kennen de preferenties van burgers niet beter dan burgers-consumenten zelf. Ze runnen bedrijven niet beter dan wanneer ondernemers het zelf doen. Een les die we zelf ook best in het achterhoofd houden bij ons relancebeleid.
Dat is echter voor mij niet de voornaamste reden waarom deze dictatoriale schandvlek best zo snel mogelijk van de aardbodem verdwijnt. Communisme is naast een disfunctioneel maatschappijmodel ook gewoon een immoreel maatschappijmodel.
In een kapitalistische liberale democratie zijn burgers eigenaar van zichzelf en van de producten van hun arbeid en mogen ze daar vrij over beschikken. In een communistische maatschappij behoort alles toe aan de staat. Inclusief je leven. Het is daarom dat alleen in communistische landen grenzen en grensbewaking niet zozeer dienen om mensen buiten te houden, maar wel om mensen binnen te houden. Alleen in communistische landen zijn de wachttorens en de machinegeweren gericht op de eigen bevolking. Wie het in de DDR niet eens was met de weldaden van het socialisme, werd geïnterneerd. Die persoon moest wel krankzinnig zijn. Wie het aandurfde om de DDR te ontvluchten, werd neergeschoten omdat hij of zij zichzelf wou stelen van de maatschappij die hem of haar zogezegd alles gegeven had.
Communistische regimes verknechten dus hun burgers tot in het extreme toe. Deze ondraaglijke onvrijheid wordt best uit de wereld verbannen, stap voor stap, regime per regime. Ook het Cubaans communisme lijkt nu voorzichtig mee te evolueren naar meer vrijheid, onder druk van moedig burgerprotest en als gevolg van het falend beleid. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. Het Cubaanse volk heeft al lang genoeg geleden. Cuba Libre Siempre.